Navigatie overslaan
DESK+

Log in bij DESK+

Ga naar DESK+
Dataroom

Login in de dataroom

Ga naar de dataroom

Recap Seminar Niet-DAEB: het optimaliseren van de niet-DAEB portefeuille

Vanuit de Woningwet 2015 werd geëist dat woningcorporaties hun commerciële activiteiten (niet-DAEB) scheiden van de sociale activiteiten (DAEB). De 15 woningcorporaties in Noord-Nederland hebben ervoor gekozen om het bezit enkel administratief te scheiden, waardoor de niet-DAEB portefeuille onder dezelfde vlag geëxploiteerd wordt. Hierdoor zijn de woningcorporaties met een totale marktwaarde van ca. €922 miljoen een van de grootste commerciële vastgoedeigenaren van het noorden. Echter, het gemiddelde directe rendement van 3,2% blijft achter ten opzichte van de andere marktpartijen.

Door onder andere de lokale en nationale prestatieafspraken, waarin corporaties afspraken hebben gemaakt over het bouwen van middenhuurwoningen en het verduurzamen van het bestaande bezit, is het creëren van investeringsruimte van belang. Een van de oplossingen hiervoor is het optimaliseren van het financieel rendement van de niet-DAEB portefeuilles.

Zowel Patrimonium als Lefier gaven inzicht in hun strategie met betrekking tot het optimaliseren van de niet-DAEB portefeuilles. Een goed voorbeeld van een creatieve en efficiënte aanpak is de casus Blok22 van Lefier. Dit betreft het voormalige hoofdkantoor van Lefier, een kantoorobject van 3.600 m² verhuurbaar vloeroppervlak op een A-locatie in het centrum van Groningen. In 2018 heeft Lefier ervoor gekozen om deze relatief dure locatie te verruilen voor een huurlocatie, waardoor bespaard werd op de huisvestingslasten. Vervolgens is het voormalige hoofdkantoor verbeterd en opnieuw verhuurd om zo het rendement binnen de portefeuille te verhogen.

Patrimonium presenteerde de roadmap die ontwikkeld is om de kasstroom te optimaliseren en waardeontwikkeling te stimuleren. Een concreet onderdeel van de roadmap is de portfoliomatrix. Hierin is per object het maatschappelijk rendement en de financiële potentie inzichtelijk gemaakt. Vervolgens is per object een strategie bepaald. Dit resulteert onder andere in het oplossen van huurdiscrepanties.

Beide voorbeelden laten zien dat het de sociale activiteiten van woningcorporaties bevordert om met een commerciële blik naar het rendement van de niet-DAEB portefeuilles te kijken. Hierbij is het van belang dat er vanuit een portefeuilleplan een concrete aanpak per object wordt gemaakt. Stapsgewijs wordt hiermee het rendement geoptimaliseerd en waardeontwikkeling gestimuleerd.