Navigatie overslaan
DESK+

Log in bij DESK+

Ga naar DESK+
Dataroom

Login in de dataroom

Ga naar de dataroom

Prinsjesdag headlines: de belangrijkste veranderingen op het gebied van klimaat, de gebouwde omgeving en duur­zaam­heids­sub­si­dies

Naar aanleiding van Prinsjesdag delen we hierbij de meest relevante veranderingen en opvallende zaken met betrekking tot de vastgoedmarkt en het klimaat.

De belangrijkste veranderingen op het gebied van klimaat

Energienota's en bestaanszekerheid

De energieprijzen zijn sinds vorig jaar gedaald. Energie is weer beschikbaar tegen tarieven onder het prijsplafond. Niettemin zijn de energieprijzen nog steeds aanzienlijk hoger dan voor het begin van de oorlog in Oekraïne.

Om die reden heeft de overheid besloten om het Noodfonds te verlengen om ondersteuning te blijven bieden aan kwetsbare groepen die moeite hebben met het betalen van hun energierekening. Het plan is om het prijsplafond voor energie en de tijdelijke regeling voor afsluitingen eind dit jaar te beëindigen.

Klimaatverandering en doelstellingen

Het bevorderen van een doeltreffende energievoorziening en het beperken van klimaatverandering hebben hoge prioriteit voor de overheid. Volgens de Klimaat- en Energieverkenning (KEV) van 2022 is er meer inspanning nodig om de doelstelling van minstens 55% CO2-reductie te halen, laat staan het beleidsdoel van 60%. Op dit moment lijkt de uitstoot ten opzichte van 1990 ergens tussen de 39% en 50% te liggen. Als reactie hierop heeft het kabinet in de voorjaarsnota van 2023 een aanvullend pakket maatregelen geïntroduceerd, dat bestaat uit subsidies, normen en prijsstelling. Hiervoor is maar liefst 35 miljard euro gereserveerd in het Klimaatfonds.

Emissiehandelssysteem 2 en CO2-heffing

Een belangrijke stap is de introductie van een emissiehandelssysteem (ETS) voor CO2-emissies in de bouwsector, transport en andere sectoren. Verwacht wordt dat Nederland in 2027 zal beginnen met de veiling van emissierechten voor deze sectoren. Om de effectiviteit van het emissieplafond te waarborgen, zal in het eerste jaar 30% meer emissierechten worden geveild, met een geleidelijke vermindering in de jaren daarna. De prijzen voor deze emissierechten zijn op dit moment nog onzeker. ETS2 richt zich voornamelijk op energieleveranciers voor gebouwen en wegtransportsectoren, en verschilt daarmee van het oorspronkelijke ETS voor energieopwekking, energie-intensieve sectoren, luchtvaartmaatschappijen en zeetransport.

De nationale CO2-heffing voor de industrie wordt verlengd tot 2032, maar de details over de uitvoering ervan moeten nog worden uitgewerkt.

Energiebesparing op weg naar een Klimaatneutrale samenleving

Er zal ook meer nadruk worden gelegd op energiebesparing, waarbij de Europese doelstellingen van de Energie Efficiëntie Richtlijn (EER) als leidraad worden genomen. Desalniettemin lijkt verdere aanscherping van het beleid noodzakelijk te zijn. Deze maatregelen worden in 2024 nader uitgewerkt door de overheid.

In december wordt het Nationaal Plan Energiesysteem gepubliceerd, dat een visie biedt op het energiesysteem in 2050 en de ontwikkelingspaden daarnaartoe schetst. Het concept van dit plan verscheen voor de zomer van dit jaar en zal worden opgenomen in het klimaatplan (INEK). De definitieve versie wordt enkele maanden later in december verwacht. Dit plan is bedoeld om meer samenhang en sturing te geven aan de ontwikkeling van een circulaire en klimaatneutrale samenleving.

Maatschappelijk verantwoord bedrijfsleven

Het streven naar een goed functionerend en maatschappelijk verantwoord bedrijfsleven staat centraal in het beleid. Hierbij ligt de nadruk op het waarborgen van een gunstig ondernemings- en vestigingsklimaat, met alle nodige randvoorwaarden voor succesvol ondernemerschap. Er zijn enkele belangrijke aspecten die onze aandacht verdienen:

  • Klimaatdoelstellingen voor de industrie: Er wordt voortgebouwd op de bestaande klimaatdoelstellingen voor de industrie. Het verminderen van de ecologische voetafdruk en het bevorderen van duurzaamheid staan hierin centraal.
  • Europese (I)MVO-Wetgeving: Er vindt een verandering plaats op het gebied van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO). De transparantiebenchmark en de kristalprijs maken plaats voor de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) vanaf 2024. Het doel van deze nieuwe benadering is om meer uniformiteit en consistentie te bieden in het meten en rapporteren van MVO-prestaties. Bedrijven worden hierdoor verplicht om transparanter te zijn en verantwoordelijkheid te nemen. De CSRD wordt gefaseerd toegepast, waarbij beursgenoteerde bedrijven met meer dan 500 werknemers vanaf 2024 verplicht zijn om verslag uit te brengen. Dit geldt vanaf 2025 voor alle grote bedrijven en vanaf 2026 voor het MKB, waarbij vereenvoudigde rapportagestandaarden worden gebruikt.

De belangrijkste veranderingen op het gebied van de gebouwde omgeving

Meer betaalbare woningen

De komende jaren moeten er veel woningen worden bijgebouwd, tot en met 2030 circa 980.000 woningen (een stijging ten opzichte van vorig jaar). Door de gestegen bouwkosten en hypotheekrente is het nog lastiger geworden om woningen bij te bouwen. Dit terwijl het tekort aan woningen alleen maar toeneemt. Hiervoor stelt het kabinet twee maatregelen voor:

Nieuwe ronde van de Woningbouwimpuls: met de nieuwe ronde van de Woningbouwimpuls wordt circa €300 miljoen vrijgemaakt. Hiermee kunnen gemeenten onder andere sneller starten met bouwen of nieuwe woningen betaalbaarder maken.

Hulp voor projecten die dreigen stil te vallen: door een veranderende economie of geldgebrek kunnen bouwprojecten stil komen te liggen. Hiervoor kan er beroep worden gedaan op de Startbouwimpuls. Het budget hiervoor is opgehoogd van €250 miljoen naar €300 miljoen. Hier zijn wel een aantal voorwaarden aan gekoppeld.

  • Maximale Rijksbijdrage van 12.500 euro per woning (incl. btw)
  • De aanmelding betreft meer dan 10 woningen
  • Start bouw in 2023, 2024 of 2025
  • Minimaal 50% betaalbaar

Het is goed nieuws dat er extra geld beschikbaar komt voor tal van plannen die in 2024 en 2025 gerealiseerd kunnen worden. Maar helaas is dit nog niet voldoende. Sinds de aankondiging is er in totaal meer dan 3 miljard euro aan subsidie aangevraagd.

De overheid heeft specifieke locaties aangewezen voor de ontwikkeling van nieuwe woningen, vooral op grootschalige uitleglocaties. Deze grootschalige woongebieden bevinden zich voornamelijk in en rond de Randstad, waar ook de grootste vraag naar woningen is. In Noord-Nederland zijn er beduidend minder grootschalige woonprojecten gepland voor de komende jaren. Voorbeelden van belangrijke locaties in Noord-Nederland zijn de ontwikkelingen rondom het Suikerunieterrein en Stadshavens in Groningen, evenals Middelsee in Leeuwarden.

Wat betreft de eerder genoemde Woningbouwimpuls is het momenteel echter nog niet bekend welke projecten hiervoor in aanmerking zullen komen. Deze informatie wordt pas volgend jaar voor de zomer bekendgemaakt.

Verlaging eigen bijdrage in de huurtoeslag

Een van de maatregelen in het koopkrachtpakket 2024 is de verlaging van de eigen bijdrage in de huurtoeslag vanaf 2024. Op 1 januari 2024 zal deze bijdrage met ongeveer €34,67 per maand verminderd worden, waardoor de huurtoeslag in 2024 met hetzelfde bedrag per maand zal stijgen. Dit komt niet alleen ten goede aan de betaalbaarheid van huurwoningen, maar bevordert ook de bouw van betaalbare huurwoningen. Corporaties hebben namelijk prestatieafspraken gemaakt met de overheid voor het bouwen van nieuwe woningen, waarvoor het noodzakelijk is dat de huren in de komende jaren kunnen blijven stijgen. Met de toename van het beschikbare geld voor huursubsidie krijgen zowel woningcorporaties als commerciële partijen meer ruimte om te bouwen. Hierdoor kunnen zij gezamenlijk werken aan het verminderen van het woningtekort.

Flexpools

Op de begroting van 2024 is ruim €42 miljoen beschikbaar gesteld voor medeoverheden om extra personeel in te zetten of regionale samenwerkingsverbanden op te zetten. Deze regeling betreft een bijdrage voor ondersteuning in capaciteit en expertise voor woningbouw- en herstructureringsprojecten, evenals het opstellen van regionale/lokale integrale woonzorgvisies.

Wet aanpassing fiscale beleggingsinstelling

Als gevolg van het wetsvoorstel "Wet aanpassing fiscale beleggingsinstelling" is het vanaf 1 januari 2025 niet langer mogelijk voor een fiscale beleggingsinstelling (fbi) die subjectief belastingplichtig is voor de vennootschapsbelasting, maar waarbij de winst wordt belast tegen een tarief van 0%, om direct in Nederlands vastgoed te beleggen. Een dergelijk lichaam wordt regulier belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting.

Herplaatsingsgarantie

Om de woningnood aan te pakken, heeft het kabinet €220 miljoen beschikbaar gesteld voor de financiële herplaatsingsgarantie voor flexwoningen. Over de periode 2023-2028 is €136,7 miljoen gereserveerd op de begroting.

De belangrijkste veranderingen op het gebied van duurzaamheidssubsidies

Subsidies voor een Doelmatige Energievoorziening en Klimaatbeperking vanaf 2024

Beleidsartikel 4 heeft als doelstellingen om kaders vast te stellen binnen het klimaat- en energiebeleid. Met betrekking tot het klimaatbeleid, zowel op internationaal als Europees niveau, omvat dit het bijdragen aan de doelstellingen van het Klimaatakkoord van Parijs, evenals het streven naar een netto-reductie van broeikasgassen tegen 2030 van minstens 55% in vergelijking met het niveau van 1990, met uiteindelijk als doel klimaatneutraliteit in 2050.

Om deze doelstellingen te ondersteunen, is in 2024 maar liefst 3,6 miljard euro aan subsidies beschikbaar gesteld. Tussen 2023 en 2024 is er een opmerkelijke daling zichtbaar in het beschikbare subsidiebedrag, voornamelijk als gevolg van het beëindigen van het prijsplafond in 2023.

Uitbreiding van de ISDE-subsidie

In 2024 wordt de Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (ISDE) uitgebreid, waarbij ongeveer €95 miljoen extra wordt toegewezen in vergelijking met 2023. Dit brengt het totale budget op €686 miljoen. Deze subsidie, bedoeld voor zowel huiseigenaren als ondernemers, zal vanaf 2024 beschikbaar zijn voor verschillende doeleinden, waaronder:

  • Verbeteringen in isolatie
  • De installatie van (hybride) warmtepompen
  • Het plaatsen van zonneboilers
  • Het aansluiten op een warmtenet
  • De aanschaf van elektrische kookfaciliteiten

Toename van subsidies voor Waterstof

In 2024 wordt een totaalbedrag van €786 miljoen beschikbaar gesteld voor twee subsidies gerelateerd aan waterstof. Dit markeert een stijging van €609 miljoen ten opzichte van 2023, waardoor deze twee subsidies samen de hoogste beschikbare subsidie vormen binnen beleidsartikel 4 voor het jaar 2024.

IPCEI Waterstof

Het Klimaatakkoord verplicht Nederland om via IPCEI-initiatieven de concurrentiepositie van Europa op de wereldwijde groene waterstofmarkt te versterken. Het kabinet heeft financiële middelen gereserveerd om Nederlandse IPCEI-projecten te ondersteunen. Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat heeft als doel om de bredere waterstofmarkt te bevorderen en de benodigde technologieën te ontwikkelen door deel te nemen aan IPCEI.

Opschalingsinstrument Waterstof

Het kabinet benadrukt in haar visie op waterstof het belang van opschaling om de klimaatdoelstellingen te halen en duurzame inkomsten te genereren. Het Klimaatfonds heeft €1.932 miljoen toegewezen voor de uitbreiding van duurzame waterstofproductie via elektrolyse (op land, op zee en import), en €100 miljoen voor vergassingsprojecten. Deze opschaling heeft tot doel de kosten te verlagen, zodat elektrolyse op de lange termijn kan concurreren met andere opties voor CO2-reductie.

SDE-Regelingen

Bovendien zijn er verschillende schommelingen in de budgetten voor de Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie (SDE). De SDE-budgetten stijgen omdat in voorgaande jaren lagere subsidie-uitgaven werden verwacht vanwege hogere energieprijzen. Daarnaast worden SDE-middelen uit de jaren 2023 tot en met 2025 ingezet voor de financiering van het Energie- en Klimaatpakket.